Persbericht van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP)
28 maart 2007- In het Jaarverslag 2006 van het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) wordt melding gemaakt van een tevredenheidsonderzoek dat door enkele verzekeraars is gehouden onder slachtoffers van wie de schaderegeling is afgerond. Over de opzet van het onderzoek wordt geen duidelijkheid geboden.
De hoofdconclusies die uit het verzekeraarsonderzoek worden getrokken zijn:
1. lachtoffers met een licht letsel zijn meer tevreden over de afwikkeling van hun schade dan degenen met een zwaar en soms blijvend letsel, en
2. lachtoffers met een belangenbehartiger zijn doorgaans minder tevreden dan zij die geen belangenbehartiger hebben.
Ten aanzien van deze laatste conclusie wordt in het Jaarverslag tot voorzichtigheid gemaand: omdat bij licht letsel veel minder vaak een belangenbehartiger wordt ingeschakeld kan dat tot vervuiling van het onderzoek leiden.
Dit laatste verhindert het PIV echter niet om een persbericht naar buiten te brengen onder de titel: Slachtoffers minder tevreden mét belangenbehartigers.
Aldus wordt de suggestie gewekt dat slachtoffers ontevreden zijn over een schaderegeling waarbij belangenbehartigers betrokken waren.
De vereniging van Advocaten van Slachtoffers van Personenschade (ASP) signaleert een aanhoudende en in hevigheid toenemende campagne van verzekeraars om belangenbehartigers op een dubieuze manier in een kwaad daglicht te stellen. Dubieus omdat daarbij stelselmatig een verkeerde voorstelling van zaken wordt gegeven.
Zo ook met dit persbericht van verzekeraars waarin een belangrijk aspect (bewust?) onderbelicht blijft. Slachtoffers die licht letsel hebben opgelopen vormen geen of minder bedreiging voor het commerciële belang van verzekeraars. Zij worden daarom anders tegemoet getreden dan slachtoffers met zwaar letsel die potentieel aanspraak kunnen maken op een hogere schadevergoeding. Deze laatste categorie ervaart in veel gevallen de vechthouding van verzekeraars waardoor een belangenbehartiger moet worden ingeschakeld. Het is evident dat het schaderegelingsproces voor deze groep slachtoffers veel zwaarder is dan voor de slachtoffers met licht letsel. Alleen al omdat in dergelijke gevallen de definitieve schadevergoeding vele jaren op zich kan laten wachten. Het is een misleiding van het publiek om te suggereren dat de ontevredenheid van deze groep slachtoffers voortkomt uit de inschakeling van een belangenbehartiger.
De uitkomsten van het onderzoek door verzekeraars toont de gevolgen van hun eigen houding tegenover slachtoffers met zwaar en blijvend letsel. Dat is op zichzelf al schrijnend. Onaanvaardbaar is het om de schuld daarvoor bij anderen te leggen.
Over dit persbericht kan informatie worden verkregen bij mr. J.M. Beer, telefoon 020-6732199
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten